Tuesday, January 15, 2008

Het is zover...

Het eerste gemeen aanslepend dipje heeft zijn weg naar mijn reis gevonden...

Het begon min of meer op de boot - of nee, de dag van de lange busrit van Ushuaia naar Puerto Natales. Het afscheid van Amanda speelde me niet zo hard parten, dan wel een druk in mijn onderrug die ik maar al te goed herkende van enkele traumatiserende jaren terug (voor diegenen die me nog niet kennen als medisch rampgeval, dat komt misschien nog wel or ask around) en die ik absoluut niet graag zag komen. De busrit was dan ook zwaar en ik probeerde door de pijn heen te slapen. Ook op de boottocht - waar ik zo hard had naar uitgekeken - werd ik niet geteisterd door zeeziekte, maar door die pijnlijke onderrug. Bovendien waren er weinig interessante ontmoetingen en bracht ik veel van mijn tijd alleen door, waardoor het moeilijker is om je gedachten te verzetten. Ook het zien van de vele koppels, jong en oud, moeders met beebies, knuffelende papas of vrienden deed niet veel goeds aan mijn gemoedstoestand. Als je je al niet zo goed in je vel voelt heb je nood aan iemand aan wie je niet gans je verleden moet vertellen en eerst allerlei smalltalkvragen moet beantwoorden, aan iemand die je kent, een vertrouwde stem, iemand anders dan jezelf die je zegt dat het wel goedkomt, een oprechte dikke knuffel, een goed gesprek...
Enfin, ik probeerde zo goed als mogelijk te genieten van de vier dagen rust met zicht op bergen, fjorden, meren, kanalen, minidorpjes met de laatste 'indigenous' families en zelfs de zwaargolvende prachtige Pacific Ocean en enkele springende dolfijnen. Bovendien was er ook nog een spannend boek van 500pagina's en een 3tal films die de snoozefunctie van mijn rugalarm even met een harde klop uitzetten.

Na de boottocht besliste ik meteen door te reizen naar Chiloë, het tweede grootste eiland van Zuid-Amerika - na Tierra del Fuego. Chiloë staat gekend voor zijn typische manier van leven, geïsoleerd van de Spaanse kolonisatie-invloeden. De cultuur is gevormd door een mix van de eerste Spaanse settlers en twee indigenous-stammen: de Chonos die hoofdzakelijk op zee leefden, en de Mapuche die vanuit het noorden steeds meer land in bezit namen. Deze mix en de isolatie van het 'mainland' lieten duidelijke sporen na: men is afhankelijk van wat het eiland en de omringende kanalen te bieden hebben. Visvangst en agricultuur (vooral aardappels en graan) vormen bijgevolg de grootste bron van inkomen, en algen en zeewier worden zelfs naar Japan geëxporteerd. Dit zorgt voor een traditionele gastronomie, vooral gebaseerd op allerlei soorten vis en zeevruchten, die niet te missen valt. Je móet minstens 1keer vis of een gigantische reuzekrab gegeten hebben tijdens je verblijf op Chiloë: het is onwaarschijnlijk vers (je ziet je vis 's ochtends door de vele vissers met hun bootje aan land gebracht worden, waar hij gekuist en rechtstreeks naar de plaatselijke mercado gebracht wordt) en overheerlijk.
Ook op de architectuur heeft de isolatie natuurlijk een invloed: de overvloed aan hout en schaarsheid van metaal en andere bouwmaterialen zorgt ervoor dat alle huizen een houten basisstructuur hebben, en de eerste kerken zelfs volledig uit hout bestaan, met niet 1 nagel. Vele van deze kerken zijn ondertussen uiteraard gerestaureerd, en worden bovendien beschermd door Unesco World Heritage. Bovendien zijn vele huizen aan de oevers van een rivier of kanaal op palen gebouwd. Deze kleurrijke constructies luisteren hier naar de naam 'palafitos'.
Naast het benutten van de natuurlijke grondstoffen voor eten en onderdak, worden ze ook gebruikt voor het vervaardigen van allerlei nuttige 'tools' en gereedschap alsook handicrafts. Houten mandjes en keukengerei, wollen sjaals, handschoenen, mutsen, popjes, etc en juwelen gemaakt van allerlei soorten hout en schelpen vullen de vele kraampjes van elke 'mercado municipal'.
Ik bezocht een viertal dorpjes in Chiloë: Ancud in het noorden, hoofdstad Castro, het gezellige Chonchi en Cucao, een dorpje aan de westkust in het Parque Nacional Chiloë. De meeste dorpjes zijn gelijkaardig: rustige, gezellige, traditionele vissersdorpjes waar naast een bezoek aan de kerk en het plaatselijke museum niet veel te doen valt dan vanuit het hostelraam of een bankje naar de zee te kijken en dolfijnen en zeehonden te spotten. De namiddag op het strand in Cucao, aan de Pacific Ocean bleef me het meeste bij: verlaten strand, hevige golven, ruis van de zee, zonnetje maar toch stevige wind: zalig!
Ik genoot van de rust in Chiloë, maar tegelijk bleef mijn rug me parten spelen en begon ik na te denken over de planning en activiteiten van de volgende dagen.

Planning... ja dat is in deze periode van het jaar blijkbaar echt wel nodig: ik wou vanuit Puerto Montt een naar het schijnt prachtige, supermooie, overweldigende boottrip maken over de grens en 3 verschillende meren tot aan Bariloche: volzet tot eind maart. Okee, dan maar met de bus, en aangezien ik dan maar om 23u zou toekomen, probeerde ik een hostel te boeken. Ik contacteerde er minimum 10: allemaal vol. Het werd een heel avontuur die avond zelf met alle campings en zogoed als alle hostels vol, maar met de hulp van een vriendelijke taxichauffeur en hostelreceptionist (die wel een 20tal hostels belde) vond ik toch onderdak, weliswaar volledig uit het centrum. De volgende ochtend had ik geluk: ik vond plaats in Marco Polo Inn, een supertof hostel midden in het centrum waar zowel ontbijt als avondmaal in de - voor het hoogseizoen - zeer schappelijke prijs van 37 pesos inbegrepen zijn.

De volgende dag - zondag - stond er al meteen een rafting op het programma: rated III-IV (rafting is wereldwijd gerangschikt van I (kalm) tot V (rough)) en 'al limite' omdat we de grens met Chili overgingen op de rivier, was het een superzalige eerste kennismaking met deze avontuurlijke sport. Op een rustiger deel van de rivier sprongen we met z'n allen in het water (wees gerust: mét wetsuit) en lieten ons gewoon voortdrijven: heerlijk. Het was een superdag: zonnetje, prachtige omgeving in de bergen en een leuke activiteit die zeker herhaald zal worden.

En mijn rug dan?, denken jullie... Ja, de rafting heeft die pijn niet verholpen, noch verergerd. Ik kwam terug naar Bariloche om hier trekking te gaan doen, maar als je al pijn voelt als je een half uur in de stad zonder rugzak rondloopt of gewoon op een stoel zit of in je bed ligt... dan leek trekken met een grote rugzak op en neer in de bergen me niet het beste idee. Het is vervelend, want je neerleggen bij wat je lichaam je oplegt, terwijl je 'mind' je blijft zeggen hoe mooi de omgeving is en hoe onwaarschijnlijk die trektocht wel niet zal zijn, is heel moeilijk. Aanvaarden dat je de reden waarom je naar deze plaats kwam - of beter het doel - niet kan halen is lastig. Aanvaarden dat je het rustiger aan moet doen en niet om de twee-drie dagen verhuizen en constant bezig zijn en 'moven'... het is niet evident. En het leidt tot twijfel, onrust, tranen, eenzaamheid en een klein gemeen aanslepend dipje. Want je denkt dan aan de toekomst, en "ga ik nog wel naar die plaats gaan, want daar is ook veel trekking en kom ik mensen tegen die me vertellen hoe mooi het niet is en dat je het moet gedaan hebben en geraak ik alleen maar gefrustreerd dat mijn toestand en verdomde rug het niet toelaten..." Maar net om die reden plaatsen moeten overslaan is alweer een beslissing die heel moeilijk te nemen valt.
Bovendien moet je wegens het hoogseizoen wel vooruit plannen, want ergens toekomen en 10 hostels met die zware rugzak moeten aflopen vooraleer plaats te vinden is nu gewoon absoluut geen optie.
En die gebondenheid aan enerzijds plannen en anderzijds die pijnlijke rug zorgen voor... ja, een klein aanslepend dipje.

Hier in Bariloche heb ik me er bij neergelegd: ik moet het rustiger aan doen, even pauseren. Het heeft geen zin door te gaan en koppig toch die trekkings te doen want ik wil niet het risico nemen veel meer van mijn reis in gevaar te brengen. Bovendien was er in het hostel in San Martin de los Andes, waar ik mijn zomerspullen moet gaan ophalen, geen plaats vóór de 19de.. dus besliste ik een weekje rust hier in Bariloche te nemen. Het is aangenaam weer (ongeveer 25 graden met een schitterend blauwe hemel) en ik ga een aantal dagexcursies doen: dagje raften, dagje fietsen, dagje berg op, dagje naar El Bolsón... Daarnaast volg ik nog wat Spaanse les: 4x2u privéles (alle groepslessen op mijn niveau waren al volzet) en probeer ik veel te relaxen: lezen in het park, zonnen (lees: verbranden) op het strand, 's avonds een biertje in de bar van het hostel...
Het is eens iets anders - natuurlijk duurder dan kamperen en wandelen in de bergen - en ik geniet er eigenlijk wel van. Bovendien stel ik zo het vervelende plannen en beslissen even voor een weekje uit.

Luisteren naar je lichaam... het is niet (altijd) evident maar wel heel belangrijk. Weeral een levensles :)

Thursday, January 03, 2008

El fin del mundo y Tierra del fuego

Zoals gezegd werd Kerstmis op de bus gevierd dit jaar. Eenzaam stonden Amanda en ik 's ochtends om 6u op na slechts enkele uurtjes slaap. De avond ervoor - Kerstavond - was schitterend geweest. Omar, de dueño van het hostel, had samen met zijn zus een schitterend kerstmaal bereid. Zelf had ik pannenkoeken en een broodpudding (potting in het Zeels of ook breadpudding in het Engels) gemaakt en op tafel stonden verder nog broodjes met guacamole, chipskes, bloemkool met cocktailsaus, hesperolletjes, een slaatje, aardappelsla, pasta, kip in de oven, 'asado alleman' (soort vleesbrood of in het Zeels 'frikandon'), varkensvlees... Als dessert hadden we verder nog ijs met aardbeien en er was een overvloed aan wijn en zelfs gluhwein. Om 00u werden de flessen appelcider met luide knallen en veel enthousiasme ontkurkt. Ik hoef dus niet te vertellen dat opstaan lastig was en dat mijn buik precies nog altijd op ontploffen stond.
Het werd een vermoeiende busrit: bus op richting Punta Arenas, ergens in the middle of nowhere wisselen richting Rio Grande. Voor we daar aankwamen eerst nog ergens de overzetboot op om het Magallanes kanaal over te steken en helemaal doorweekt te worden door overslaande golven... Joepie, nog zo'n 10uur met een natte broek op de bus. Gelukkig konden we er wel mee lachen, wie moest er nu ook zo nodig helemaal vooraan op het dek staan om foto's te nemen, hihi. Na de ferry nog 2 maal de grenscontrole passeren: een keer aan de Chileense kant en een keer aan de Argentijnse. Dan aangekomen in Rio Grande om te wisselen van bus naar Ushuaia. Fjoew!
Op het zogezegde einde van de wereld kwamen we terecht in 'Cruz del Sur', een klein en gezellig hostel uitgebaat door Luca, een Italiaan en zijn Canadese vriendin Isabelle. Veel meer dan ons installeren en nog een theetje drinken zat er die dag niet meer in.
De volgende ochtend leerden we bij het ontbijt Belgische Hanne, Spaanse Maria en Canadese Steve kennen. Hanne is van De Pinte en studeert architectuur aan St-Lucas. Ze studeerde een semester in BsAs en geniet nu van haar laatste maanden rondreizend in Argentinie. Uitgezonderd Maria, trokken we samen naar Glaciar en Cerro Martial, en gletsjer bovenaan één van de bergen die het landschap achter Ushuaia vormen. Eerst enkele kilometers door de stad en dan het begin van een stijgend pad door het bos. Echt lastig was het niet, maar wel zeer modderig en die dag had ik gewoon echt helemaal geen energie. Toen we bovenop de berg onze picknick in de berghut opaten, beslisten Amanda (die zich wegens maandelijkse vrouwelijke toestanden ook niet zo goed voelde) en ik om niet nog eens anderhalf uur enkel omhoog te gaan tot de gletsjer. We genoten van het uitzicht over Ushuaia en het Beaglekanaal en namen de stoeltjeslift terug naar beneden, waar we terug naar het hostel wandelden. We waren uitgeteld!
De volgende dag zouden we naar P.N. Tierra del Fuego gaan om te wandelen en 1 of 2 nachten te kamperen. Amanda had die nacht echter geen oog dicht gedaan wegens buikkrampen en ik was wakkergeworden met een enorme kramp in mijn kuit waardoor ik in een automatische reflex rechtop sprong om mijn voet te grijpen en daarbij met een gigantische klap mijn hoofd tegen het veel te lage bed boven mij stootte. Auw auw auw! Ik voelde de koppijn en dikke buil meteen komen. De volgende dag was het alsof mijn kuitspier 5cm gekrompen was. Amai!
Helaas pindakaas gingen en Hanne en Maria dan maar alleen naar het park en lastten wij een rustdag in. Ook Canadees Steve bleef thuis, wegens nog veel te natte schoenen. Maar, na onze toch wel welverdiende rustdag, waren we de volgende dag wel klaar om te wandelen. We lieten het meeste van onze bagage achter in het hostel en trokken met een lichte rugzak richting P.N. Tierra del Fuego, een 63 000 hectare groot gebied met valleien, meren, rivieren en prachtige omringende bergen; op slechts 12 km van Ushuaia en grenzend aan Chili. Veel toeristen (ook Argentijnse families) gaan slechts voor 1 dag of logeren in de toeristische en betalende Lago Roca Camping & Refugio. Maar wij wilden net weg van al dat toeristische gedoe, dat we in Ushuaia en andere steden al genoeg gezien hadden. Dus leek 2 nachten kamperen op een gratis camping (uiteraard zonder faciliteiten zoals wc) aan de uitlopers van Laguna Verde, met helemaal niemand om ons heen, ons een wel veel geschiktere optie. Niemand om ons heen, zei ik?! Van menselijke aanwezigheid geen sprake, maar we hoefden maar één stap te zetten of onze kop uit onze tent te steken en hop: daar wipten zo'n tiental konijntjes snel de struikjes in. Pipi werd steevast met zicht op die lieve snuffeltjes gedaan en ook tijdens het eten waren ze bijzonder nieuwsgierig. Het waren er zoveel, en ze waren zó schattig, ook enkele helemaal zwartjes, hihi! We beslisten het park dan ook Tierra del Conejos of snuffeltjesland te dopen.
De eerste dag startten we met enkele simpele wandelingen, doch niet zonder avontuur daar we ons mislopen hadden en met kaart en kompas dwars door een dichtbeboomd bos gingen. Even paniek toen ik plots bedacht dat we dicht tegen de zuidpool waren (slechts 1000 km van Antarctica!) en we dus rekening moesten houden met magnetische afwijking... Toch maar verder wandelen en jahoor... ons gezond verstand en oriëntatievermogen liet ons niet in de steek want zo'n goed uur later kwamen we op de hoofdweg uit. Nog zo'n 6km stappen naar de camping...in de regen... tot we eindelijk en gelukkig ongeveer halverwege wél geluk hadden en opgepikt werden door een parkwachter in zijn jeep.
De volgende dag beslisten we de 'wandeling van 4km in 4uur' de Cerro Guanaco op te doen. En zwaar was het inderdaad: stevig stijgen en alsmaar omhoog en omhoog en omhoog... eerst door een dichtbegroeid bos, tot we een riviertje volgden naar een moerassige vlakte en we tot onze enkels in het waterig mos en de modder zakten... om dan de flank van de steenberg op te gaan... een heel steile laatste beproeving mét enkele doorsteken in resterende sneeuwvlaktes. Maar eens boven... wauw, wat een zicht! Niet alleen kon je in de verte Ushuaia zien liggen, met daarvoor het prachtige Beaglekanaal en de eilanden van Chileense Tierra del Fuego (oa. Isla Navarino), maar ook het volledige parque national met zijn meren, rivieren en prachtige groene valleien plus ook nog eens een 360graden zicht op alle omringende bergen op het einde van de Andes, zowel aan Argentijnse als Chileense kant van de Cordillera! Wauw, wauw wauw... geen woorden, echt waar. Na El Chaltén met Cerros Torre en Fitz Roy, en Torres del Paine was dit misschien wel de kers op de trektaart waarvan we de afgelopen weken hadden kunnen smullen.
Tijdens de zware afdaling - mijn knieën schreeuwden het uit - vroegen we ons af waarom die berg 'Guanaco' heette.. we hadden niet 1 van deze beestjes gezien... maar we kwamen al snel tot de conclusie dat wij zelf dan maar de guanacos moeten geweest zijn :) We kwamen doodmoe beneden toe en alvorens we naar de camping wandelden, trakteerden we onszelf op een lekkere liter bier in de pub van Lago Roca. Wat een alweer prachtige dag!
Na die nacht een regen- en windstorm in onze tent te doorstaan hebben, trokken we de volgende ochtend nog naar een beverkolonie, een makkelijke wandeling van 45minuten. De beestjes zelf kregen we natuurlijk niet te zien (die leven en werken snachts) maar het resultaat van hun werk wel: prachtig geconstrueerde dammen en uitgeholde bomen. Van een plaatselijke gids leerden we dat die beestjes niet het hout zelf eten, maar enkel gebruiken om hun dammen te bouwen. Zo stijgt het water aan de ene kant waardoor er meer en grotere waterplanten kunnen groeien en dát lusten ze wel graag! Weeral iets bijgeleerd, zie.

Terug in Ushuaia genoten we van een heerlijke gigantische zelfbereide salade nicoise in het hostel.
De volgende dag werd het een rustige dag - rustig voorbereiden voor... oudejaarsavond! Jaaaaa, ook hier gaat de tijd heel snel... al meer dan 2 maand onderweg. Het hostel bereidde zich voor op een huge dinnerparty. Voor 35 pesos werd ons een all-you-can-eat (hier noemt dat 'tenedor libre' en das grappig want dat betekent letterlijk 'vrij vork') buffet voorgeschoteld, met bbq-vlees, pasta, tonijncrêperoullade, ratatouille, gebakken aardappelen, chipskes, kaas en hesperolletjes... een overvloed aan wijn, cider, frisdrank, bier, whisky, fernet, champagne om 00u en als dessert nog zoete gebakjes en cake. Mmm. Al snel waren enkelen zat genoeg om de party op gang te brengen en te dansen. Zelf hield ik het behoorlijk bescheiden en om 3u30 kroop ik - doodmoe maar heel tevreden - mijn nestje in. Uiteraard feliz año a todos, dat alle wensen en dromen mogen uitkomen, en we vooral gezond blijven e ;)

Uitgerekend op 1 januari werden we nog blij verrast... een viavia kennis van Amanda - een vrouw van 70 - kwam ons oppikken aan het hostel voor een autorondrit door Ushuaia. We bezochten enkele supermooie en afgelegen strandjes alsook de luchthaven vanwaar je een prachtig zicht hebt op de stad en zijn omringende bergen en het Beaglekanaal; en genoten van een theetje met een koekje in het hostal van haar dochter. Leuk om ons bezoek aan Ushuaia - naar men zegt fin del mundo, maar vooral het meest zuidelijke punt van mijn trip door Zuid-Amerika - zo te kunnen afsluiten.

Velen vinden Ushuaia veel te toeristisch en niet echt de moeite om naartoe te gaan buiten het feit om te kunnen zeggen 'er geweest te zijn'... Er zijn inderdaad veel toeristen én veel toeristische 'attracties' (dure excursies op het Beaglekanaal en naar estancias in de buurt) maar ik heb er hard van genoten. Ushuaia is prachtig gelegen aan de voet van de Andes en met het Beaglekanaal aan zijn eigen voeten... en het was de 2x15uur durende busrit heen en terug meer dan waard.

Op 2 januari werd onze eigen moed (moed niet echt, maar ik vind het juiste woord niet) nogmaals getest: opstaan om 4u30 om de bus om 5u30 te nemen. Ik opnieuw richting Puerto Natales vanwaar de Navimag ferry binnen enkele uren richting Puerto Montt vaart (vier dagen op de boot, zie www.navimag.com); Amanda richting Rio Gallegos. Drie weken heb ik samen met deze supervrouw en vriendin mogen reizen en hebben we ervaringen, dromen, ideeën, kamer en tent, ontbijt lunch en dinner, straten en wandelpaden en nog zoveel meer gedeeld... Onze wegen splitsen hier, maar zullen ooit opnieuw kruisen. For now, vaar ik straks nieuwe ervaringen en mensen tegemoet!